In het magazijn aan de voorstraat zag ik ‘m hangen.
Een spierwitte Jan Janssen met knalrode banden.
In gedachte zag ik ons al rijden door het centrum, alle vrouwen ons nakijkend.
Wat een verschijning, een spektakel, wat een vertoning.
Als je mij aan ziet komen rijden, aanschouw je de koning.
Van het fietsenrijkdom in Dordrecht en omstreken.
Een knappe fiets voor een lelijkerd is wel gebleken.
Want de mooie vrouwen die fluiten ons niet na.
En toch voel ik me knap als ik trap op z’n staart.
Als ik cruise door de stad, het bos of where ever.
Mijn knappe fiets, die wil je toch hebben?